Cadeautjes uitpakken
Een, twee, drie, vier ...
De kinderen staan in een kring en houden elkaars handen vast. De jarige staat met een blinddoek voor in het midden. Hij/zij draait rond terwijl hij/zij met zijn/haar arm naar de kinderen wijst. De kinderen lopen in tegengestelde richting en zingen: Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, wie mag nu zijn pakje geven? Bij het laatste woord staat iedereen stil en mag de jarige zijn/haar blinddoek afdoen om te kijken wie hij/zij heeft aangewezen.
Tik, tik, wie ben ik?
De kinderen zitten allemaal in een kring en hebben hun pakje in de hand. De jarige zit in het midden met een blinddoek voor. Nu wordt er steeds een kindje aangewezen dat naar de jarige sluip, op zijn/haar rug tikt en met een verdraaide stem zegt: "Tik, tik, wie ben ik?" Als de jarige raadt wie achter hem/haar zit, mag hij/zij het cadeautje uitpakken. Zo niet, dan gaat het kindje weer in de kring zitten en wordt een volgende aangewezen.
Bal doorgeven
Iedereen staat in een kring en zingt: "Lang zal hij/zij leven". Tijdens het zingen wordt een bal doorgegeven. Wie de bal vast heeft als het liedje stopt mag zijn/haar cadeau aan de jarige geven. Daarna gaat hij/zij aan de kant zitten en wordt er opnieuw gezongen. Net zolang tot alle cadeaus gegeven zijn.
Warm of koud
De jarige moet even de gang op en alle kinderen mogen hun cadeau in de huiskamer verstoppen. Dan gaan ze in de kring zitten en mag de jarige binnenkomen. Hij/zij moet nu naar de pakjes gaan zoeken en de kinderen mogen hem/haar helpen door te zeggen of hij/zij warm (in de buurt van het pakje) of koud (niet in de buurt van een pakje) is. Als er "heet" geroepen wordt, dan is de jarige er bijna. Is het pakje gevonden en uitgepakt, dan begint de zoektocht naar het volgende cadeautje.
Pakjes aan een touw
Voor dit spel begint worden de pakjes met een touw aan elkaar vastgebonden en in een grote doos of mand gestopt. De kinderen gaan nu in de kring zitten en een van de kinderen mag het touw pakken en er voorzichtig aan trekken. Als er een pakje tevoorschijn komt, mag de jarige raden van wie het is. Hij/zij mag net zo lang raden tot hij/zij het goed heeft. Is het pakje uitgepakt, dan neemt degene van wie het pakje was het touw over en haalt het volgende cadeautje naar boven.
Blindemannetje
De kinderen lopen met hun pakje onder de arm door de kamer. De jarige heeft een blinddoek voor en mag iemand "pakken". Met de blinddoek om moet hij/zij voelen wie het is. Heeft hij/zij het goed geraden, dan mag hij/zij het pakje uitpakken. Is het fout, dan moet degene die voor hem/haar staat een dierengeluid maken. Misschien kan de jarige het dan alsnog raden. Lukt dat ook niet, dan loopt de jarige weer door.
Verhaal
De kinderen zitten allemaal in een kring met hun pakje op schoot. De jarige zit middenin. Een van de volwassenen vertelt nu een sprookje of spookverhaal waarin alle kinderen een rol hebben. Alleen wordt de naam van de kinderen niet genoemd, de volwassene omschrijft hoe ze erui zien. Bijvoorbeeld: "In een groot bos stond een klein huis en daarin woonde een jongen met donker haar en een bril". De jarige moet dan raden om wie het gaat. Is het goed, dan geeft het kind het pakje. Na het uitpakken gaat het verhaal verder. Voor kleine kinderen kun je het raden weglaten en de kinderen bij hun naam noemen in het verhaal. Als ze hun naam horen, mogen ze opstaan en hun pakje aan de jarige geven.
Doorgeefliedje
De cadeaus zitten in een grote doos of mand voor een van de volwassenen. De kinderen zitten in een kring, de jarige zit links van de volwassene. Er wordt nu het volgende liedje gezongen op de wijs van Vader Jacob: "Een cadeautje, een cadeautje, geef maar door, geef maar door, het is voor de jarige, het is voor de jarige, pak maar hoor, pak maar hoor!". Tijdens het liedje haalt de volwassene een pakje uit de mand, laat het aan de kinderen zien (draait het bijvoorbeeld even in de rondte) en geeft het dan aan het kind dat rechts naast hem zit. Bij de woorden "Het is voor de jarige" wijzen alle kinderenn naar het feestvarken. Als het liedje voor de tweede keer wordt gezongen pakt de volwassene weer een cadeautje uit de mand en geeft het aan het kind dat rechts van hem/haar zit. Die geeft het pakje dat hij/zij in handen had aan zijn buurman en weer wijzen alle kinderen naar de jarige tijdens het zingen. Zo gaan alle pakjes de kring rond en uiteindelijk komt het eerste pakje bij de jarige aan. Dat mag hij/zij gaan uitpakken. Bij elke keer zingen, komt er weer een cadeautje aan.
Hierin zit eh ...
Wanneer de gasten niet weten wat de anderen geven kun je het volgende spelletje doen. De kinderen verwisselen de cadeautjes. De jarige mag steeds een kindje aanwijzen dat het pakje geeft, maar dit kindje moet eerst vertellen wat hij/zij denkt dat er in het pakje zit. Als het pakje is uitgepakt zal blijken of hij/zij het goed geraden heeft.